marathon

“Misschien kunt u beter gaan wandelen”

Sporten wordt algemeen gezien als een verstandige bezigheid, ook voor mensen van boven de vijftig die hun lichaam in conditie willen houden. Maar toch niet zonder meer, menen onderzoekers van de Maastrichtse Universiteit, die het bloed van een reeks proefpersonen controleerden op de aanwezigheid van een eiwit, dat onverbrekelijk verbonden lijkt met het afsterven van cellen in het hart. Prof. Dr. Marja van Dieijen-Visser, hoofd van de afdeling Klinische Chemie van het MUMC+ leidt een onderzoek naar ‘Hartschade door zware lichamelijke inspanning’. Doel: nagaan of de aanwezigheid van Troponine T in het bloed risico’s in de toekomst kan voorspellen. Zodat de dokter straks tegen een ogenschijnlijk gezond mens kan zeggen: “Doe maar geen marathon meer, u kunt beter gaan wandelen.” 

Het lijkt een open deur: zware lichamelijke inspanning kan hartproblemen veroorzaken. Maar waarom krijgt de een last en de ander niet? En gaat het alleen om zware inspanning of kan ook een vierdaagse al problemen geven? Heel in het algemeen: is sport dus eigenlijk wel zo gezond als men zegt? Feit is dat onderzoekers van de Universiteit van Maastricht in het bloed van hardlopers en wielrenners na een zware inspanning het eiwit Troponine T tegenkwamen, soms in concentraties die bij mensen met klachten zouden wijzen op een mild hartinfarct.

Ook kleine concentraties

Troponine T is een eiwit, dat in gezonde hartcellen aanwezig is en daar belangrijke functies vervult voor de samentrekking. Wanneer de cel sterft, komt het eiwit via het kapotte celmembraan in het bloed terecht. Zo gebruikt men de relatief grote hoeveelheden Troponine T in het bloed van mensen met een recent hartinfarct als onderbouwing voor het vermoeden van de arts. De daarbij gebruikte bloedtest bekijkt hoeveelheden van microgrammen. Maar de huidige meetmethoden werken met nanogrammen. Daarmee zijn dus ook kleinere concentraties te meten en die worden ook gevonden, onder meer bij mensen die regelmatig fors sporten. Conclusie: als Troponine T alleen voorkomt bij dood van een hartcel, dan is er in ook die gevallen dus sprake van hartschade. En zeker bij mensen met risico kan dat op den duur grote problemen geven. Zou de mate van schade op een betrouwbare manier zijn af te leiden van de aangetroffen hoeveelheid, dan beschikken de medici in de toekomst over een nieuwe zogeheten biomarker, net als bijvoorbeeld hoog cholesterol. Dat is nu nog toekomstmuziek, maar wel een aantrekkelijke mogelijkheid.

Herstel van de hartspier?

In het algemeen wordt aangenomen dat Troponine T alleen bij de dood van een hartcel vrijkomt. En ook dat hartweefsel zich niet kan herstellen. Merkwaardig is dan wel, dat de aangetroffen hoeveelheden Troponine T zo veel dode hartcellen vertegenwoordigen dat de spier het al lang had moeten begeven. Dat kan twee dingen betekenen: ofwel het hartweefsel herstelt zich wel degelijk, of Troponine T komt ook uit levende hartcellen vrij. Het onderzoek volgt twee lijnen. De eerste lijn gaat na hoeveel Troponine T en andere harteiwitten voorkomen in het bloed van getrainde en ongetrainde vijftigplussers bij verschillende inspanningsvormen en niveaus. Met CT scans en MRI wordt tegelijkertijd gecontroleerd of daar mogelijk schade aanwezig is. Bij dit onderzoek zijn veel proefpersonen betrokken, waarbij duizenden data uitsluitsel moeten geven. De tweede lijn kijkt juist op microscopisch niveau naar de hartcel zelf. Daarvoor worden gekweekte muizenhartcellen gebruikt, die op verschillende manieren worden gestimuleerd, met name om te kijken of troponine of andere harteiwitten de cel ook kunnen verlaten als die niet dood is.

Twee jaar na het begin van het onderzoek is er nog steeds veel onzeker, maar er ligt wel een reeks resultaten en een vijftal publicaties, die meer licht werpen op de relaties tussen zware (sport)inspanning en hartschade. Voorlopig kan het geen kwaad voor oudere ongetrainde mensen om de marathon nog maar even uit te stellen en gewoon elke dag een lekker stukje te gaan wandelen.